Even geduld a.u.b.

 

 

De avonturen van Bill Clifford
Bomans, Godfried

 

Geschreven door: Reinier Zevenhuijzen
Taal: Nederlands
Vak: Nederlands
Soort: Uittreksel

 

De avonturen van Bill Clifford

Godfried Bomans, 1961
Dit leesdossier bestaat uit de onderdelen: samenvatting, tekstbestudering en tekstbeleving.

Samenvatting:

Het boek speelt zich af in Londen voor de oorlog, de tijd waarin Engeland nog vijand is van Duitsland.
Mijnheer Topwash, een postbeambte, zit achter zijn bureau als Bill Clifford opeens voor hem staat. Op meesterlijke wijze is Clifford erachter gekomen dat er een bandiet in zijn bureaukastje zit. Dit is de eerste ontmoeting met Bill Clifford. Hij zegt dat Topwash de volgende ochtend hem moet opzoeken. Topwash neemt het aanbod aan en de volgende staat hij bij Clifford op de stoep. hij wordt binnengelaten in een groot huis (Regenstreet 26). Hier maakt Topwash kennis met de geniale gedachten en de soms wat vreemde manieren en denkwijzen van Clifford.
De volgende dag komt Topwash weer naar Clifford gerend om daar bescherming te zoeken tegen zijn achtervolger. Deze achtervolger blijkt meesterlijk door Clifford achter Topwash aangezet te zijn: de achtervolger is een bandiet die Clifford heeft helpen ontsnappen uit de gevangenis door hem te dragen, lopende op zijn duimen (dit laat de minst natrekbare sporen na). Clifford had de bandiet (dubbele Dick) verteld dat het Topwash was die hem achter de tralies heeft geholpen (in werkelijkheid was dit Clifford). Zodoende moet Topwash een tijdje in het huis van Clifford verblijven.
Het vierde hoofdstuk is een hoofdstuk apart. Hierin verteld Piffli, vroeger kurkenvanger van beroep, over zijn meester. Hij verteld onder over de gymnastiek oefeningen van zijn meester, over de smaak van zijn meester (geen Beethoven of Bach, alleen de Poolse componist Blotbilsky vindt hij goed), over de meesterlijke geest van Clifford, over zijn meesterlijke uitspraken, over de mening van Clifford over Scotland Yard ('hun oplossing kan ik alvast opzij schuiven') en nog zo wat dingen. Ook wordt in dit hoofdstuk duidelijk waarom Clifford Topwash heeft aangenomen; Clifford las altijd veel detectives en het viel in zijn meesterlijke geest op dat alle detectives altijd een hulpje bij zich hadden, een altijd wat sukkelige persoon, die altijd net de verkeerde conclusie trok, waardoor de genialiteit van de meester extra afstak.
De volgende dagen gaat Clifford aan de slag om Topwash op te leiden, voor zijn nieuwe leven. Hij leert te zwaaien aan de hangstokken in huis en om in de kikkerknoop door huis te hippen. Hij leert een aantal van Cliffords wijze spreuken ("de goede gedachte is de slechte gedachte, tot de slechte gedachte goed wordt"). Hij leert simpele zaakjes op te lossen, en hij leert de inspecteurs Tittlebad en Twinkelhead kennen; 2 topinspecteurs van Scotland Yard die als ze vast lopen in hun zaak, naar Clifford gaan als leermeester om het probleem oplossen (ze lopen echter wel zelf met eer). Deze keer vertellen de beide inspecteurs dat ze naar de minister van buitenlandse zaken zijn gestuurd en dat deze ze een envelop met inhoud die zo belangrijk is dat heel Engeland op het spel staat, heeft gegeven die ze moeten laten verdwijnen en omdat ze niet wisten hoe gingen zij naar Clifford, om raad te vragen. Het document echter blijkt weg, waarschijnlijk afgenomen door 1 van de 40 werklieden die met de straat bezig waren....
Clifford belast zichzelf nu helemaal met de zaak en merkt dat dan ook meteen aan de tijdbom onder zijn bed, aan het vergif in de koffie en het geloste schot op hem. Al deze dingen weet Clifford echter te ontwijken en met een kogelvrij vest aan vertrekt hij samen met beide inspecteurs en M.n. Topwash naar het ministerie van buitenlandse zaken, om verslag te geven van het gebeuren (tot ergernis van beide inspecteurs die verwachtten over enige jaren te promoten tot commissaris van een provincie, wat niet meer mogelijk zou zijn als deze fout bekend wordt). Tijdens de auto rit naar de minister, worden ze beschoten, maar natuurlijk is de auto voorzien van kogelvrij glas. Clifford verteld de zaak aan minister Balfour en vraagt hem te vertellen wat er in het document stond. Met moeite verteld hij dat hij dat niet weet, behalve een klein gedeelte dat hij zelf heeft geschreven. Na enig praten komt eruit dat hij na een vergadering met Lord Archibald, minister van Marine, viscount Grey, minister van Oorlog en de heer Sappleton, secretaris van Lord Bull, minister van Binnenlandse Zaken die zelf verhinderd was, nog even wat ging drinken in zijn kamer. Zij dronken steeds meer en werden wat vrolijk, waarna ze besloten alle geheime zaken die zij wisten op te schrijven. Na dit gedaan te hebben, werden ze echter bewust wat ze gedaan hadden en kwamen tot de conclusie dat het document moest verdwijnen. Toen ontstond er een ruzie hoe ze het moesten laten verdwijnen: als ze het iemand moesten laten doen zou die kunnen kijken wat er in het document staat. Als één van de heren het zou doen kon die kijken wat een ander heeft geschreven en het zou teveel opvallen als ze met zijn vieren naar de stoker gingen om het document te verbranden. Zodoende kwamen ze tot het besluit het document in een envelop te doen en de volgende dag te laten verdwijnen door 2 topinspecteurs van Scotland Yard: Twinkelhead en Titlebad. Na dit gehoord te hebben dwingt Clifford de minister de andere heren op te bellen en ze te vragen naar zijn kamer te komen. Topwash merkt op dat het verboden is geschreven stukken in een gele envelop te doen; hier mag alleen drukwerk in volgens de reglementen. In de wachttijd ontdekt Clifford dat Sappleton als enigste geen jenever en blokjes kaas heeft gegeten, maar bier met worst, op grond hiervan verwacht hij dat Sappleton niet zal komen opdagen. En inderdaad: Iedereen komt, alleen Sappleton blijkt afgereisd voor zaken. Nu is het bijna zeker dat hij de verrader is. Het blijkt nu ook dat Sappleton met het idee is gekomen alles op te schrijven. Topwash merkt op dat het verboden is geschreven stukken in een gele envelop te doen, volgens het reglement mag er alleen drukwerk in een gele envelop. Echter iedereen moet lachen om zijn nutteloze opmerking. Clifford stelt voor Sappleton zo snel mogelijk na te vliegen, achter de boot aan waarmee Sappleton hoogstwaarschijnlijk naar het vaste land afreist. Het duurt even voor ze wegzijn en ondertussen gaat Topwash nog even snel naar het postkantoor, op hem slaat echter niemand acht.
Een tijdje later vliegen ze richting Calais en op een gegeven moment boven de boot waar de tegenstander zich in moet bevinden met het document. Ze springen uit het vliegtuig in het water en komen aan boord van het schip, waar een mannetje, die ook een domme assistent heeft, ze uitnodigt mee te gaan naar zijn hut. Het mannetje speelt met de mannen, hij daagt ze uit. Want hij weet dat hij onkwetsbaar is, omdat er niets valt te bewijzen en hij op een Frans schip zit. Hij beschuldigd Clifford ervan dat hij te veel denkt en daardoor de simpelere oplossingen niet meer ziet. Want, zo verteld het mannetje, hij heeft de envelop helemaal niet. Iemand heeft hem gewoon in de brievenbus gegooid, zodat de posterijen hem wel naar Berlijn sturen. En met deze verklaring beseft Clifford dat hij gefaald heeft, omdat hij aan deze oplossing inderdaad niet gedacht had. Het mannetje schatert het uit van genoegen, maar nu wil Topwash iets zeggen terwijl hij een gele envelop uit zijn zak haalt. Opeens wordt het mannetje wit. De envelop blijkt de envelop te zijn met de geheime informatie. Iedereen vraagt zich verbluft af hoe Topwash aan deze envelop komt. De verklaring blijkt erg simpel. Toen hij hoorde dat de informatie in een gele envelop was gestopt, wat niet mocht, was hij naar het postkantoor gegaan om de brief terug te vragen, omdat er anders een flinke boet opgekomen was. Hij verwisselde zijn envelop door een ander en nam de envelop met geheime inhoud mede met het vliegtuig, om het zelf te bezorgen, want een gele envelop met geschreven papieren zelf bezorgen is niet verboden. Nu pas komt hij er achter dat dit de betreffende envelop moest zijn die hij bij zich had... Maar er is toch nog één ding, die belet dat het mannetje achter de tralies komt, namelijk dat als ze hem oppakken, hij maar zijn mond hoeft open te doen en de minister vallen ook. Zodoende ontsnapt de tegenstander, zoals Clifford hem al jaren noemt, toch.

Tekstbestudering: (of ga naar: samenvatting, tekstbeleving.)

titel

De titel "De avonturen van Bill Clifford" staat niet alleen voor de naam van de hoofdpersoon, maar doet ook suggereren dat er meer boekjes zijn verschenen waarin nog meer avonturen staan. Deze suggesties worden ook in het verhaal opgewekt, omdat er nogal eens in een voetnoot naar een ander, nog volgend deel wordt verwezen. Deze delen zijn echter nooit verschenen, dus zal de titel net als de verwijzende voetnoten als humoristisch beschouwd moeten worden, wat overeenkomt met de opzet van het hele boek, zoals later in dit verslag zal blijken.

genre

De avonturen van Bill Clifford is een korte roman, die als subgenre de naam detective mag dragen, maar dan wel een humoristische detective. De humor speelt zelfs zo'n grote rol in het boek dat het als detective soms niet meer helemaal serieus genomen mag worden. De hoofdrol is weliswaar een detective en hij onderzoekt ook een zaak, maar sommige punten worden zo sterk overdreven dat het meer een humoristische roman is als een detective roman.

thema en motief

Het boek heeft als thema misdaad, simpel te verklaren omdat Clifford, of eigenlijk Mijnheer Topwash, in het boek een misdaad oplost.
Motieven: de scherpzinnigheid van de detective en daartegen de domheid van zijn assistent. Deze tegenstelling komt in veel detectives voor, zoals Sherlock Holmes en Watson (Sir Conan Doyle), en Hercule Poirot en inspecteur Japp (Agatha Christie). Ook de domheid van de politie is een motief. Het zogenaamde postkantoor-motief is een belangrijk gegeven: Topwash werkt bij het postkantoor en omdat hij veel kennis van postzegels heeft en het hele postreglement uit zijn hoofd kent, weet hij de misdaad op te lossen. Het bijzondere is in dit geval dat niet de grote detective Bill Clifford de zaak oplost, maar zijn domme assistent Topwash. Een laatste motief kan faalangst zijn; het laatste wat zowel de detective als de inspecteurs als de vier ministers willen is valen in hun positie, mede hierdoor kan de tegenstander aan het eind toch nog ontsnappen.

opbouw, structuur en spanning

Het boek is gelijk verdeeld over 10 hoofdstukken. Er zit een vrij lang intro aan het boek, waarin Bill Clifford Mijnheer Topwash in dienst neemt en waarin Clifford wordt beschreven (vooral in H4). Ook is er in het begin nog een misdaadje waarin Dubbele Dick ontsnapt is uit de gevangenis (m.b.v. Clifford) en achter Topwash aangaat, zodat hij bij Clifford in dienst komt. Dan gebeurt de hoofdmisdaad, waarna Clifford met zijn onderzoek begint. In het laatste hoofdstuk vindt de ontknoping plaats. Je zou twee lijnen kunnen vinden in het boek; de eerste is de opleiding van Mijnheer Topwash, die door het hele boek heen lessen krijgt van Clifford; de tweede is de misdaad van het gestolen document dat Bill Clifford moet oplossen.
Tenslotte zit er weinig spanning in het boek wat vooral komt door de vele humor. Soms gebeuren er wel onvoorspelbare dingen, maar eigenlijk zijn die juist wel voorspelbaar, omdat je weet dat het boek vol zit met onvoorspelbare dingen.

personages

De hoofdpersoon is de veelzijdige Bill Clifford die een ascetisch leven leidt (elke ochtend een ijskoud bad en ademhalings- en rekstokoefeningen). Hij is een scherpschutter, kan iemand onhoorbaar besluipen en kan op zijn duimen lopen. Ook is hij zeer muzikaal, want hij speelt vaak op zijn Bechstein vleugel. Zijn lievelings dieren zijn vissen: "zij worden niet, zij zijn". Al deze kwaliteiten worden zeer overdreven voorgesteld (hij speelt b.v. zo goed piano dat de hele muziekwereld ontmoedigd zou raken als hij teveel zou spelen). Dat heeft vooral te maken met het feit dat Bomans een parodie op een detective heeft willen maken. (zie voor meer details over Clifford hoofdstuk 4 van het boek, waar hij uitvoerig wordt beschreven)
De andere hoofdpersoon is Mijnheer Topwash. Hij is een eerlijk ambtenaar, niet getrouwd en leeft helemaal voor zijn vak. Hij is niet al te snugger, maar door zijn ijver voor de posterijen is het toch juist hij die de misdaad weet op te lossen. Door Clifford wordt Topwash omschreven als zijn assistent die alles ziet en waarvoor men moet vrezen.
Verder zijn er nog als bijfiguren de twee inspecteurs Tittlebad en Twinkelhead, de agenten die overdreven dom worden voorgesteld, wat weer terug te voeren is op het feit dat Bomans een parodie op een detective heeft willen creëren. De beide inspecteurs zijn topinspecteurs van Scotland Yard en maken kans, als ze geen fouten maken, op de functie commissaris van een provincie. De idool van beide inspecteurs is Bill Clifford en zij komen daarom vaak bij hem raad vragen. De drie ministers zijn net als de inspecteurs bang om te valen en zijn van mening dat hoe hogere functie je hebt, hoe minder snel je een misdadiger bent. Iets wat Clifford juist omdraait. Dan is er nog Piffli die zich wat achteraf opstelt. Hij komt op voor zijn meester en vindt het een eer de knecht van hem te mogen zijn, zich ondergeschikt vindend aan hem. Hij doet alles om de meester zo goed mogelijk de ruimte te geven om rustig na te denken. Als laatste is er nog de tegenstander of het mannetje. Of dit persoon dezelfde is als secretaris Sappleton wordt niet duidelijk in het boek. Een geslepen persoon waar Clifford al vanaf zijn jeugd achteraan zit, maar tot noch toe nooit had weten te pakken. Aan de ene kant wil Clifford de tegenstander natuurlijk graag officieel pakken, maar aan de andere kant heeft hij ook veel respect voor het mannetje, omdat hij net zo goed denkt als Clifford zelf. Net als Bill Clifford heeft overigens ook de tegenstander een domme assistent.

tijd

Het boek is geschreven in 1961, het speelt zich echter voor de oorlog af. Dit is voornamelijk op te maken uit het feit dat de tegenstander het geheime document naar Berlijn stuurt dat, voor de oorlog de belangrijkste stad in Duitsland, vijand van Engeland was.
Het boek is chronologisch geschreven en loopt vrij soepel door. Er wordt meer aandacht besteed aan de gebeurtenissen dan aan het psychologische gedeelte. Er zit één flashback in als Piffli vertelt hoe Bill Clifford hem in dienst heeft genomen. Verder haalt de schrijver soms voorbeelden op uit zowel het verleden als uit de toekomst (verwijzingen naar delen die nog moeten verschijnen).

perspectief

Het boek wordt algemeen verteld, dus niet vanuit één of meer personen. Dit met uitzondering van hoofdstuk 4 "Levensbijzonderheden van de meester, medegedeeld door Alexander Piffli, zijn bediende". Dit hoofdstuk wordt zoals de titel al zegt beschreven vanuit Piffli.

ruimte

Het verhaal speelt zich af in London en om precies te zijn in het hulppostkantoor aan Tropperstreet 12, in het grote huis van Bill Clifford: Regenstreet 26 en op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het laatste stuk speelt zich af op zee tussen London en Calais op een (Franse) boot.

taalgebruik

Het boek is ietwat oubollig geschreven, wat bijvoorbeeld te zien is aan woorden als reeds, doch en ge. Er worden vaak lange volzinnen in het boek gebruikt, maar het woordgebruik is vrij eenvoudig, met uitzondering van de soms wat oudere woorden. Veel dingen worden vrij uitvoerig beschreven, met name de grootsheid van Clifford. Er wordt veel afgewisseld tussen beschrijving en dialoog. Voor de rest is boek vooral vanuit humoristisch oogpunt beschreven.

Tekstbeleving: (of ga naar: samenvatting, tekstbestudering.)

onderwerp

Het onderwerp, misdaad, komt wel naar voren al gaat het er in het boek niet zozeer om je te overtuigen hoe erg misdaad wel niet is. Het gaat er meer om hoe de zaak wordt opgelost en welk een ingenieus iemand daar wel achter zit. Als je dit boek gaat lezen denk je in eerste instantie een soort Agatha Christie te lezen, het tegendeel blijkt echter al snel. Al op de eerste pagina komen we b.v. het volgende tegen: "...punt 4 van het reglement: Alle ambtenaren, die hetzij met een sigaret, hetzij met een sigaar, hetzij met een pijp, hetzij met enig ander werktuig (waaruit dit laatste bestond kon niemand zeggen) worden aangetroffen, zijn gehouden hiervan aan de directeur verantwoording af te leggen. Mijnheer Topwash was geen directeur..."
Het is geen onderwerp waar je over na gaat denken of waardoor je ergens over een andere mening zou krijgen; het onderwerp wordt zo gebracht dat het lekker en ontspannend is om te lezen. Over de vraag of het boek veel diepgang heeft kan je veel discussiëren naar mijn mening. Het is dan maar net de vraag of je vindt dat er een diepere gedachte uit het boek te halen is. Ten eerste kan je het als kritiek op de gebruikelijke detective beschouwen en ten tweede kan je achter het verhaal zelf ook een gedachte halen als 'je kan nog zo goed zijn, als jij de enigste bent heb je niets aan' of 'zelfs de wijste wijze kan dwaas zijn'. Verder staan er in het boek zelf een aantal bespreekbare spreuken.
Het onderwerp op zich is niet origineel, maar de vorm waarin het in dit boekje gebracht wordt is wel ongebruikelijk, omdat het boek eigenlijk een parodie op de detective in het algemeen is.

gebeurtenissen

In het boek wordt vooral aandacht besteed aan de gebeurtenissen. Er wordt soms kort beschreven hoe de persoon zich voelt als "...vervolgde de inspecteur dromerig..." en "...met een hoopvol, half twijfelend gezicht...". De gebeurtenissen volgen zich snel en soepel achter elkaar op, waardoor je blijft lezen. De volgende gebeurtenis borduurt steeds verder op de vorige, zodat het niet moeilijk is de verhaallijn(en) te volgen. Omdat je nooit helemaal precies weet wat er gaat gebeuren heerst er steeds een zekere spanning, maar omdat het verhaal vooral humoristisch is komen er geen dramatische gebeurtenissen in voor, dat wil zeggen dat er b.v. geen (emotionele) moorden in voor komen. De eigenschappen van de verschillende hoofdpersonen worden zo erg overdreven dat je de geloofswaardigheden van het boek met een korreltje zout moet nemen, maar dit hoort gewoon bij het boek. Ondanks dat het verhaal niet erg geloofwaardig is, is het boek wel zo goed geschreven dat er geen overdreven toevalligheden in zitten. Er heerst een luchtige sfeer in het boek, vooral veroorzaakt door de altijd nuchter blijvende detective, zelfs als hij een tijdbom onder zijn bed vindt, en als hij beschoten wordt (hij wordt pas somber als blijkt dat de tegenstander hem verslaat). Ik kan niet zeggen dat het boek een speciaal gevoel opriep, al is het lachwekkend geschreven. De afloop van het boek past goed bij de rest van het boek; het is geschreven als tegenstelling van de gebruikelijke detective. Derhalve lost uiteindelijk niet de detective de zaak op, maar zijn domme assistent.

bouw

Het verhaal is niet speciaal opgebouwd, in die zin dat het gewoon chronologisch is opgebouwd, zonder ingewikkelde flashbacks en dergelijke. De detective lost de zaak gewoon stapje voor stapje op; de detective vraagt zich iets af en gaat het vervolgens oplossen. Wat dat betreft zitten de echte detectives vaak beter in elkaar. Daar blijven sommige vragen vragen en komen sommige punten naar boven, waar nog helemaal niet aan gedacht was (dit gebeurt in dit boek alleen bij de ontknoping).

personages

Het beeld van de meeste personages wordt zeer goed beschreven, waardoor je je goed kon voorstellen wat ze doen. Omdat de personages zich niet echt ontwikkelen, deden ze ook nooit onvoorspelbare dingen. Hier moet ik bij vermelden dat ik vindt dat ook de detective geen onvoorspelbare dingen deed, omdat ik van mening ben dat een detective onvoorspelbare dingen doet als hij nooit wat onvoorspelbaars doet, detectives horen tenslotte onvoorspelbaar te zijn, als u begrijpt wat ik bedoel. De detective Bill Clifford vindt ik wat onsympathiek, omdat hij soms wat hooghartig doet en zich zelf de beste man ooit vindt (zo wordt hij dan ook beschreven), maar in het boek heeft hij niet betere redeneringen en ontdekkingen dan een andere detective. Misschien hoort dit wel weer bij de opzet van Bomans. Zo zijn ook de beslissingen van Twinkelhead en Tittlebad soms wel erg dom. Iets wat echte topinspecteurs van Scotland Yard nooit zouden doen. Wel kan je meeleven met Mijnheer Topwash die soms op zijn vingers getikt wordt als hij weer eens een verkeerde conclusie trekt, die in de lezers ogen op zich nog lang zo gek niet is. De tegenstander beweegt zich zoals een sluwe tegenstander zich hoort te bewegen, een persoon die je het liefst een knal zou willen verkopen (wat Piffli dan ook had gedaan, als Clifford hem niet had tegengehouden), maar wat je toch beter niet kan doen, om dat hij je dan helemaal klem zet, met al zijn macht.

taalgebruik

Het gebruik van de lange volzinnen vindt ik goed bij het boek passen, evenals de niet al te lange dialogen die de lange zinnen compenseren, waardoor het verhaal goed te volgen blijft. Verdere punten die ik hier zou kunnen bespreken zijn in de vorige alinea's al genoeg aan bot gekomen.

conclusie

Als conclusie zou ik willen schrijven dat ik het boek een leuk om te lezen boek vind, al moet wel je smaak zijn. En zo eindigt hier mijn leesdossier over het boek "de avonturen van Bill Clifford".

 

1470 verslagen
Voor wat hoort wat...

Heb je ook nog verslagen liggen!
Stuur ze dan naar
verslagen@internetcollege.nl

 


Achternaam auteur
Titel

 

 

  • Homepage
  • Verslagen

  • Nederlands
  • Engels
  • Duits
  • Frans
  • Spaans
  • Aardrijkskunde
  • Scripties, werkstukken & spreekbeurten

  • Top 10 totaal
  •  

     

    Zoeken op auteur

  • Hermans, Willem Frederik
  • Hermans
    ... of een deel van de naam
  • Zoeken op titel

  • De donkere kamer van Damokles
  • Damokles
    ... of een deel van de titel
  •  

     

    Gebruik deze boekverslagen als naslagwerk en lever ze niet in bij de leraar. De meeste leraren zien dat ze niet van jou zijn of kennen deze uittreksels al.
    De boekverslagen zijn niet beoordeeld op kwaliteit, maar zijn bedoeld als naslagwerk. Er kunnen dan ook fouten in zitten. Aan deze teksten kunnen geen rechten ontleend worden en mogen alleen op eigen verantwoordelijkheid gebruikt worden.

     

     



    [ Begin van deze pagina | Help | Site's toevoegen | Terug | Home Page ]
    Het Internet College is de virtuele school van de Digitale Stad.
    Opmerkingen kunnen gestuurd worden naar het Internet College.
    Copyright © 1997, 1998 Sjoerd Huyg