Proef 1: De verwachting is dat het plantje langzamer zal groeien omdat er minder CO2 in de lucht zit door de onderdruk. Omdat er minder CO2 in de lucht zit kan de plant ook minder snel de fotosynthese uitvoeren en dus minder energie aanmaken.
Proef 2: Het plantje zal waarschijnlijk even groot worden of iets kleiner dan het plantje dat in de standaardomstandigheden groeit. Dat denken wij omdat de slingerkracht geen effect heeft op de inname van voedingsstoffen. De slingerkracht zal misschien wel effect hebben op het transport van voedingsstoffen door de plant (sappen die voedingsstoffen transporteren worden naar onder getrokken) en daardoor minder snel groeien.
Proef 3: Omdat een plant groen is en dus groen licht afstoot, verwachten wij dat de plant die blootgesteld wordt aan de kleur die het tegenovergestelde is aan groen het snelst zal groeien. We denken namelijk dat die plant het meeste licht en dus energie absorbeert omdat ze geen licht terugkaatst. (Er zit geen groen in het licht).
Proef 4: Omdat er meer CO2 in de lucht zit is de verwachting van ons dat de plant sneller zal groeien, omdat dan de fotosynthese sneller zal verlopen. ( Bespreken)
Proef 5: Door de toename van de voedingsstoffen in de bodem zullen de plantjes met een beetje kunstmest sneller groeien, de plantjes met veel kunstmest zullen juist langzamer groeien omdat zij een overdaad aan voedingsstoffen krijgen waardoor de processen in de plant niet meer goed kunnen verlopen.
Proef 6: De plantjes zullen minder snel groeien omdat ze minder licht ontvangen
Proef 7: Het plantje zal naar het licht en dus naar beneden groeien, omdat licht een voorwaarde voor leven is. Een plant die naar beneden zou groeien en toch licht zou ontvangen heeft meer overlevingskans dan een plant die naar boven zou groeien en geen licht ontvangt. Daardoor blijven, door evolutie, alleen de planten die naar het licht groeien in leven.
Proef 8: Door de lagere temperatuur zullen processen in de plant minder snel verlopen en dus zal de plant minder snel groeien.