Karel ende Elegast
Inleiding
De onbekende dichter van het oorspronkelijke verhaal was naar alle waarschijnlijkheid een Vlaming. Over de datering van dit verhaal is niets met zekerheid te zeggen. Op grond van het voorhoofse karakter en het veelvuldig gebruik van het oude drie-heffingenvers plaatsen sommigen het in het eind van de 12e eeuw; anderen kiezen door de nadrukkelijk aanwezige christelijke levenssfeer en verteltechnische gaafheid voor de tweede helft van de 13e eeuw.
Het verhaal is aan ons overgeleverd in een zestal 14e- en 15e-eeuwse handschriftfragmenten en een zestal 15e- en 16e-eeuwse gedrukte uitgaven. Doordat deze verhalen rond Karel de Grote (plm.800 na Chr.) eeuwenlang mondeling werden overgeleverd, vormen ze uiteraard geen historisch betrouwbaar beeld van Karels tijd en lotgevallen.
Het boek is een voorhoofse ridderroman, dat blijkt uit de aanwezigheid van elementen zoals bruut geweld, krijgshaftigheid, trouw aan de leenheer en ondergeschiktheid van de vrouw de boventoon voeren. Ook zitten er Germaanse trekjes in, zoals verdeling van de buit, de toverachtige zaken en de regeling van de rechtspraak. Omdat Karel de Grote centraal staat, worden deze verhalen ook wel Karelromans genoemd. De Karelromans werden pas een paar eeuwen na Karels dood populair, doordat ze gebruikt werden als reclame voor de kruistochten. Karel vocht nl ook tegen de Saracenen.
Thema
Ein van de belangerijkste thema's is trouw aan en eer voor de heer, die tegenover ontrouw en verraad staan. Trouw en eer van Elegast voor Karel de Grote, ondanks dat hij verbannen was en in ongenade was gevallen. Ontrouw en verraad van Eggeriks kant, die Karel de Grote van de troon wil stoten, terwijl hij Karels vertrouwen geniet. Een tweede belangerijke thema is God. God neemt Karel in bescherming door hem wakker te maken en uit stelen te sturen. Zo wordt Eggeriks plan verhindert. De verhouding leenman-leenheer bestaat niet alleen tussen mensen, waarbij de leenman ondergeschikt is aan de leenheer, maar ook tussen Karel en God, warbij Karel ondergeschikte is. Doordat Karel trouw aan God is, ook al begrijpt hij hem niet, wordt hij niet gedood.
Personen
Karel de Grote: Hij is keizer van heel Europa en verblijft op dat moment in Ingelheim. Karel is een zeer vroom man, en staat daardoor onder speciale bescherming van God, die hem uit stelen stuurt.
Eggerik en Elegast zijn beiden eigenlijk het tegendeel van wat zij lijken te zijn. Eggerik is een in aanzien staand Hertog, die Karel wil vermoorden. Elegast is, nadat hij door Karel verbannen is, roofridder geworden. Hij berooft alleen rijke mensen en blijft, ondanks zijn verbanning, trouw aan Karel.
Titel
De titel 'Karel ende Elegast' is duidelijk; het verhaal gaat over hen.
Tijd
Het verhaal speelt zich rond 800 na Chr. af, want toen leefde Karel de Grote.
Plaats
Het verhaal speelt zich af rond Ingelheim aan de Rijn, dat staat letterlijk in de tekst.
Inhoud
Op een nacht, de nacht voor de hofdag, ligt Karel de Grote te slapen in zijn kasteel in Ingelheim aan de Rijn, als hij plots geroepen wordt door een engel. Nadat de engel drie keer zegt dat Karel uit stelen moet gaan, gaat hij, want het is bevel van God. Tot zijn verbazing zijn alle deuren al voor hem geopend, daar zorgde God voor. Karel rijdt op zijn paard het kasteel uit en gaat een nabijgelegen bos in. Omdat hij uit stelen moet gaan, denkt hij aan Elegast, die hij van het hof verbannen heeft, die nu ook de aan kost komt met stelen. Op een kruising komt hij een in het zwart geklede ridder tegen. Nadat ze geen van beiden elkaar het eerst willen begroeten(dan geef je toe dat je ondergeschikt aan de ander bent) begint een langdurig tweegevecht, wat Karel uiteindelijk wint. Karel, die de naam Adelbrecht gebruikt, en de zwarte ridder, die Elegast blijkt te zijn, besluiten om samen uit stelen te gaan. Karel stelt voor om bij de koning te gaan stelen, maar Elegast verwerpt dat als een trouwe vriend v.d. koning. Elegast weet wel waar ze kunnen gaan stelen, namelijk bij de zwager van Karel de Grote, Eggeric van Eggermonde.
Daar aangekomen blijkt dat Elegast heel handig en Karel heel onhandig in inbreken is. Nadat ze wat toverkruid in de mond nemen en de dieren horen spreken gaat Elegast naar binnen en steelt net zo veel als hij wil, doordat hij iedereen in het kasteel in slaap kan brengen. Daarna wil Karel weggaan, maar Elegast wil eerst een zadel van Eggerics kamer stelen. De bellen aan het zadel maken echter zo'n lawaai dat Eggeric wakker wordt en Elegast zich onder het bed moet verschuilen. Daar hoort Elegast Eggeric over een moord op de koning (Karel de Grote) praten. Eggerics vrouw is het daar niet mee eens en Eggeric mept haar een bloedneus. Elegast vangt wat bloed op als bewijs en brengt dan het echtpaar van Eggermonde in een diepe slaap. Buiten vertelt Elegast alles aan Karel, die Elegast zegt dat hij de volgende morgen naar de koning moet gaan, terwijl hijzelf het aan de koning vertelt. Karel komt veilig weer in zijn kasteel vertelt aan zijn vertrouwelingen over de komende aanslag. Ze nemen Eggeric en diens volgelingen gevangen en er volgt een tweegevecht tussen Eggeric en Elegast, om Eggerics schuld te bewijzen. Elegast bidt eerst tot God, Eggeric niet. Na een lang gevecht wint Elegast en wordt hij weer in ere herstelt, hij krijgt Eggerics ex-vrouw, zuster van Karel de Grote als vrouw.
|
Stuur ze dan naar
verslagen@internetcollege.nl